Leer jezelf beter kennen

Zelfkennis is essentieel voor relatietherapie. Wat doe ik wel en wat doe ik niet (meer)? Welk effect heeft dit? Zelfkennis voorkomt dat je partner je gaat vertellen hoe jij in elkaar zit. Of dat je van de ene therapeut naar de andere shopt om van hem of haar te horen wat er mis met je is. Hoe word je bewuster van  jouw aandeel ? Zelfonderzoek is nodig. Hoe gaat dat in zijn werk?

Jezelf vragen stellen

Door zelfonderzoek leer je jezelf beter kennen. Je stelt jezelf vragen om een antwoord te krijgen op de vraag: hoe zit ik op dit moment in elkaar? Dat is dus iets anders dan hoe je in elkaar zou moeten zitten. Wat je wilt veranderen is de volgende stap. Je kunt niet ergens komen als je niet weet waar je bent. Voordat je dus beterschap gaat beloven, kun je beter nagaan hoe je op dit moment reageert op je partner.

Van kinds af aan

Sommige mensen doen al van kinds af aan regelmatig aan zelfonderzoek. Ze houden een dagboek bij en denken na over hun gevoelens en hun gedrag. Soms praten ze met vrienden of vriendinnen hierover. Of met hun ouders of een professionele luisteraar. Voor anderen is zelfonderzoek tamelijk nieuw. Zij doen in hun leven het meest voorde hand liggende zonder daarbij stil te staan. Ja dat gaat gewoon zo, is een uitspraak waarmee je zelfonderzoek kunt vermijden.

Let op dat woordje: gewoon. Natuurlijk ontstaan in de loop van de tijd gewoontes. Maar die gewoontes zijn niet zo natuurlijk als je misschien denkt. ‘Zo ben ik nou eenmaal’ is een signaal dat iemand niet bereid is zijn gedrag te onderzoeken. Gedrag kun je mogelijk veranderen. Dan moet je eerst weten waar je de verkeerde afslag neemt. En het antwoord daarop begint bij jezelf.

Zelf onderzoek, hoe pak je dat aan?

Stel dat je partner vaak dezelfde feedback aan je geeft. Hoe zet dat je aan het denken? Ga je er eens op letten? Of ben je verontwaardigd dat hij of zij een minpuntje signaleert? Eerst dus iets wat je niet moet doen. Als je partner iets tegen je zegt denk dan niet meteen: dat klopt niet. Of: hoe durf je zoiets te zeggen (uitroepteken). Dat soort primaire reacties staan oprecht kijken naar jezelf in de weg. Wat kun je beter doen?

  • De eerste stap is dat je probeert te begrijpen wat je partner tegen je wil zeggen. Het wil dus niet zeggen dat je alles klakkeloos aanneemt, maar dat je nagaat of je de feedback van je partner eenvoudigweg begrijpt. Dit is een belangrijke stap. Je kunt er ook in blijven hangen en dan raakt je partner uitgeput. Ik begrijp het niet, leg het nog eens ( voor de tiende keer) uit. Daarom moet je ook snel verder naar volgende stap.
  • Wat herken je van wat je partner opmerkt? Waarvan weet je ergens wel dat je het doet. Deze stap betekent dat je toegeeft dat je niet altijd die geweldige partner bent die je misschien zou willen zijn. Het betekent dat je jezelf accepteert als een mens die ook fouten maakt en minder prettige kanten heeft. Als je niets herkent zijn er twee opties: je partner ziet spoken of jij hebt blijkbaar een blinde vlek.

Blinde vlek?

Dat bord voor de kop komt vaker voor dan je misschien denkt. Het voorkomt dat je je eigen aandeel herkent. “Oh sorry, heb ik helemaal niet door van mezelf “ is soms waar, maar vaak een uitvlucht. Je bent meestal niet zo onwetend als je je voordoet. Hou je dus niet van de domme. Je bent geen Mark Rutte. Ga dus op onderzoek uit. Zo leer je jezelf beter kennen. Onderstaande vragen helpen je daarbij.

  • Herken je dit gedrag in andere situaties?
    • In hoe de kinderen op jou reageren
    • Signalen die je krijgt van collega’s op je werk
    • Opmerkingen die klanten maken
    • Gedrag tijdens bijeenkomsten. Tijdens visites, feestjes en recepties.
  • Zijn er situaties waarbij je juist het tegengestelde gedrag laat zien? Merk je dat je je op je werk bijvoorbeeld heel anders gedraagt dan thuis. Dat je daar heel accuraat bent. Terwijl je partner vindt dat je thuis nogal wat steken laat vallen. Of dat je op de kinderen veel geduldiger reageert dan op je partner.
  • Ken je dit gedrag van vroeger thuis? Had je dit nodig om je staande te houden in het gezin van vroeger? Was dit gedrag nuttig in de klas? Wat denk je dat je ouders, broers en zussen en oude klasgenoten over jou zouden zeggen? Dat hoeft niet te kloppen natuurlijk, maar het kan je op het spoor zetten van hoe jij denkt dat je vroeger was. Dat kan handig zijn om te weten waar je gedrag van nu vandaan komt. Daardoor kun je het eerder herkennen en bijsturen.

Gevoelens en gedachten

Tot nu toe schreven we alleen over ‘gedrag’. Dat is natuurlijk wat je partner van je merkt. Als je tegen een verkeerde relatiegewoonte aanloopt hangt dit gedrag natuurlijk samen met gevoelens en gedachten. Ten slotte even kort een voorbeeld ter illustratie.

Je partner geeft aan dat je overal een discussie van maakt. Je herkent dit en vraagt jezelf af hoe dit komt. Je hebt bijvoorbeeld het idee dat je minder slim of handig bent dan je partner. Daardoor heb je snel een eigen mening. Die schuif je naar voren en er ontstaat een ruzie sfeer. Op je werk vinden ze je ook een haantje-de-voorste, maar daar zijn ze blij met dit assertieve gedrag. Sterker nog andere collega’s kijken tegen je op. Maar je partner heeft moeite met dit bijdehandje. Het lukt de ander namelijk niet om verder te komen dan een discussie. Andersoortige gesprekken uit de schijf van vijf blijven daardoor liggen.

Door zelfonderzoek kun je erachter komen welk soort gesprekken je onbewust uit de weg gaat. En dan kun je er andere vaardigheden bijleren. En dat is winst.