Zoek je telkens toenadering? En gaat je partner daar niet of nauwelijks op in? Dan loop je kans vast te lopen in een aanhaak relatie. Hoe dat in zijn werk gaat leggen we uit in dit blog.

Verschillen

De aanhaak relatie kent een partner die actief naar verbinding streeft en een partner die tamelijk onbekommerd zijn eigen gang gaat. Er is dus een duidelijk verschil tussen de partners. De een wil veel samen- doen. De ander doet graag zijn eigen ding.

In de kluwen relatie staat het samen-doen centraal. In de loszand relatie leven beide partners vrolijk hun eigen leven naast elkaar. We noemen dat: teveel wij (kluwen) of teveel ik (loszand). Bij de aanhaak relatie verschilt de intentie. Er is een partner die naar verbinding zoekt en een partner die dit vermijdt. Het gesprek tussen beide partners komt neer op:

  • Zullen we iets samen doen? (de aanhaak partner)
  • Nu even niet (de afhoud partner)

Toenadering zoeken

De aanhaakpartner zoekt telkens toenadering. Het initiatief ligt vrijwel altijd bij hem of haar. Voorbeelden van toenadering zijn:

  • Aandringen op gezamenlijke uitstapjes (om het samen gevoel te voeden).
  • Telkens vragen wat er in de ander omgaat.
  • Een diepte-interview afnemen om zo meer te weten te komen over de ander.
  • Benadrukken dat het gezellig is samen (en verwachten dat de ander hierdoor bijdraait).
  • Telkens initiatief nemen om te vrijen (in de hoop via seksueel contact verbinding te leggen).
  • Een kind (erbij) nemen in de hoop dat er dan meer betrokkenheid ontstaat.
  • Het huis gezellig maken en leuke kleren aandoen (in de hoop dat de ander dit opmerkt).

Betrokken zijn en vrij laten

In het begin van een relatie wordt door toe naderen en afstand nemen de verhouding actief vormgegeven. Hoeveel doen we samen en wat doen we alleen? Later ontstaat een evenwicht waar beide partners gelukkig mee zijn. We gunnen elkaar vrijheid, maar zijn ook betrokken op elkaar.

Bij een aanhaak relatie wordt het verschil in de behoefte aan elkaar een soort bevroren conflict. De een accepteert noodgedwongen dat de ander minder interesse toont dan gewenst. Hij of zij is nu eenmaal zo. Dit laatste klopt maar tot op zekere hoogte. Meestal is dit ’zo ben ik nu eenmaal’ een vrijbrief om je eigen gang te gaan en de relatie te verwaarlozen.

Gebrek aan verbinding

De relatie wordt onderhouden door de aanhaak partner.  Wanneer deze zijn pogingen staakt, blijft er niets over dan los zand. Vaak is men niet zo begonnen, maar is de relatie scheefgegroeid. Na een tamelijk hechte periode van wederzijdse verliefdheid, keert een van beide partners zich van de ander af. Dit is niet altijd uit frustratie. Het kan zijn dat deze partner zijn aandacht graag richt op andere zaken. Zijn hobby’s, vriendenkring, het gezin of de carrière, bijvoorbeeld. Wanneer de verbinding met zijn liefdespartner stabiel lijkt, vormt deze de achtergrond van zijn leven. Hij heeft nu een basis om op terug te vallen en dat is genoeg.

Gebrek aan intimiteit

Na de eerste fase van de relatie waarin de ander sterk op de voorgrond was, verdwijnt deze nu teveel naar de achtergrond. Dat je niet voortdurend intensief betrokken bent op elkaar is niet ongezond. Maar als de ander louter nog een vanzelfsprekende achtergrond vormt ontbreekt de basis voor verbinding en intimiteit. De hartsvrienden van het eerste uur veranderen gaandeweg in vertrouwde kennissen.

Afknappen

De afhoudende partner is ogenschijnlijk zeer tevreden met de relatie. Hij heeft veel behoefte aan eigen ruimte en kijkt neer op anderen die zichzelf lijken te verliezen in een kluwen-relatie. Mogelijk is de afhoudpartner gewend om zijn eigen gang te gaan. Zozeer dat hij niet doorheeft hoe hij de ander telkens buitenspel zet. Het kan zijn dat de aanhaakpartner al snel afknapt op dit gedrag. Vaak echter blijft deze partner lange tijd hengelen naar aandacht. Deze partner haakt pas af als hij emotioneel is uitgeput.

De aanhaak partner is zacht gezegd nogal teleurgesteld over de gang van zaken. Vooral omdat de start van de relatie anders beloofde. Deze partner worstelt met gevoelens van in de steek gelaten worden. Ook kan het zijn dat deze partner zichzelf veroordeelt als iemand die zich te afhankelijk opstelt. De andere partner wordt dan gezien als een onafhankelijke persoonlijkheid.

Sterk en zwak

Vaak wordt dit in termen gegoten als sterk en zwak. Sterk is dan ‘niemand anders nodig hebben’. Zwak is dan ‘toenadering zoeken’. Dit zijn meestal onjuiste ideeën. Je kunt er namelijk ook anders tegenaan kijken.

De afhoud partner is niet sterk, maar niet capabel om een ander toe te laten. En daardoor niet goed in staat een volwassen liefdesrelatie vorm te geven. Hij houdt wel van de ander, maar de afhoud partner heeft moeite met ruimte maken voor de ander. Het probleem ligt dus niet alleen bij de aanhaak partner. Meestal is de aanhaak partner niet iemand die wil gaan hangen aan de ander. Of die overdreven veel aandacht zoekt. Zoiets bestaat wel, maar speelt niet in een aanhaak relatie. Hier speelt een wisselwerking waardoor de verhouding scheefgroeit. Na enige tijd ontstaat een verkeerde relatiegewoonte.

Dichte deur

Hoe ziet dat eruit?

  • De afhoudende partner weet dat hij altijd terecht kan bij de aanhaak partner. Die is immers blij met ieder kruimeltje samenzijn. Dit maakt het gemakkelijk voor de afhoudende partner om de deur dicht te houden. Ik ben een drukbezet persoon. De partner staat in de wacht.
  • De aanhaak partner gaat wanhopig bonzen op de deur. Of afwachten tot de deur van het slot gaat. Misschien heeft hij morgen wel even tijd om te praten? Of volgende maand als de verhuizing achter de rug is? Of volgend jaar als hij of zij gewend is aan die nieuwe baan.

Verstandshuwelijk

Een aanhaak relatie leidt tot uitputting bij de partner die telkens toenadering zoekt. Het gevolg kan een scheiding zijn of een verstandshuwelijk. De aanhaak partner trekt het niet meer en keert in zichzelf. Of vindt iemand die wel reageert op zijn behoefte aan intimiteit. Je blijft ten slotte niet eeuwig kloppen op een dichte deur.